Basistermen/Begrippen

Aan- en/of afhechten

Het aan- en afhechten van de stof zorgt ervoor dat je stiksels niet los raken tijdens het dragen en wassen. Op de meeste machines zit tegenwoordig een knop waarmee je de machine zo kunt instellen dat de machine dit voor je doet. Raadpleeg hiervoor je handleiding van je naaimachine. Heb je een machine die dit niet doet, dan moet je dit handmatig doen. De manier van aan- en afhechten verschilt per steek. Zie hiervoor het stekenoverzicht. Let op, bij een lockmachine of coverlockmachine werkt dit weer anders.

Applicaties

Applicaties zijn figuren of teksten die gebruikt kunnen worden ter decoratie van de stof. Je vindt tegenwoordig heel veel verschillende applicaties. In hoofdlijnen kunnen we deze onderverdelen in geborduurde applicaties, gedrukte/geprinte applicaties en applicaties met pailletten. Tevens maken we onderscheid in opnaaibare en opstrijkbare applicaties.

Beleg

Een belegje is een strook stof die je gebruikt om denaden van een kledingstuk af te werken. Dat kan van dezelfde stof als je kledingstuk zijn, maar kan ook een ander stukje stof of juist iets contrasterends zijn. Je ziet dit bij sommige patronen bij de hals. Dan voeg je geen halsboord toe, maar wordt de hals afgewerkt met een beleg. Soms zie je dit ook terug bij het inzetten van een rits. De rits wordt dan tussen het beleg en de buitenstof ingeklemd waardoor de rits aan de binnenzijde vrijwel onzichtbaar is.

Biaisband

Biaisband is een stukje stof wat in drieën gevouwen is, een breder middenstuk met twee strookjes die samen komen in het midden. Biaisband is er rekbaar en niet rekbaar en wordt vaak gebruikt bij het afwerken van zoomen. Je kan biaisband kant en klaar kopen, maar je kunt het ook zelf maken.

Biaismaker

Een biaismaker is een handig apparaatje voor als je zelf biaisband wilt maken. Je vindt ze in diverse breedtes en van verschillende merken.

Binnenbeennaad

De naad van een broek of legging aan de binnenzijde van het been.

Carbonpapier

Carbonpapier is papier waarbij 1 kant van het papier gekleurd is. Doorgaans is dit zwart, maar op naaigebied wordt het meestal verkocht als een pakketje met rood en blauw. De gekleurde kant van het papier bestaat uit koolstofpoeder en zorgt ervoor dat je patronen kunt overnemen. Je legt de gekleurde kant op je stof, je patroon op het papier en dan teken je met een radar de lijnen van je patronen over. Door het koolstofpoeder verschijnt het patroon op je stof. Persoonlijk vind ik het niet de ideale manier. Wat dan wel? Je leest er meer over bij de uitleg over patronen overtekenen.

Coupenaad

Een coupenaad is als het ware een horizontale neep in de stof ter hoogte van je borsten. Het gebruik van coupenaden is niet altijd noodzakelijk. Sommige patronen hebben er standaard een coupenaad in verwerkt om de pasvorm rondom de borsten te verbeteren. Dit is echter niet altijd zo. Als je pasvorm dus niet naar je zin is, kun je overwegen om eens te experimenteren met coupenaden.

Coupon

Een coupon stof is een stuk stof van een bepaalde afmeting. Als voorbeeld, normaliter kun je aangeven dat je 2 meter stof wil. Kies je voor 2 meter dan krijg je normaal gesproken 2 meter aan 1 stuk. Bij een coupon ligt dat anders. Stel: een coupon is 100 cm lang x 145 cm breed en je bestelt er 2 van. Dan ontvang je twee lappen stof van 100 cm x 145 cm breed. Vaak is een coupon ook voordeliger geprijsd. Niet altijd, maar in mijn webshop wél.

Deelnaad

Een deelnaad is zoals de naam eigenlijk al zegt een naad die het pand in delen verdeelt. Een deelnaad kan gebruikt worden ter decoratie, maar wordt vaak gebruikt om de juiste pasvorm te krijgen.

DIY

DIY is een afkorting van het Engelse Do It Yourself en betekent simpelweg doe-het-zelf. Oftewel maak of vermaak iets zonder de hulp van een professional of expert.

Doorstikken

Doorstikken is het aanbrengen van een stiksel dat aan de goede kant van de stof zichtbaar is. Doorstikken kan meerdere functies hebben. Vaak wordt het gebruikt als decoratie, maar het wordt ook gebruikt om bepaalde delen op zijn plek te houden. Denk bijvoorbeeld aan een hals die je hebt gemaakt met een beleg. Om te zorgen dat het beleg netjes op zijn plek blijft zitten wordt deze meestal doorgestikt op de goede kant van de stof. Hetzelfde geldt voor de naad van de halsboord als je zonder beleg werkt. Door de hals door te stikken voorkom je dat de naad omhoog gaat staan tijdens het dragen.

Draadrichting

De draadrichting geeft aan in welke richting de draad geweven is. Dit is belangrijk om te weten bij het verwerken van je kledingstuk. Het juiste gebruik van de stof voorkomt problemen met draaiende broekspijpen en mouwen. Doorgaans loopt de draadrichting gelijk aan de zelfkant van de stof maar ook hier komt wel eens een uitzondering op voor. Meer informatie over het herkennen van de draadrichting vindt je bij de uitleg draadrichting herkennen.

Figuurnaad

Een figuurnaad is een verticale neep in de stof en geeft het kledingstuk meer taillering. Je ziet het vaak terug in blouses en blazers. Figuurnaden kunnen aan de zijkant zitten, maar ook aan de voorkant of op de rug.

Kleermakerskrijt

Kleermakerskrijt is een krijtje om tijdelijke markeringen mee over te nemen op je stof.

Knipjes

Knipjes zijn kleine inkepingen die je maakt door middel van kleine knipjes met een stofschaar. Knipjes worden vaak gebruik bij rondingen in de stof waar veel stoflagen op elkaar zitten. Door schuine knipjes te maken tot net voor je stiksel krijgt de stof een beetje bewegingsvrijheid en worden de rondingen mooier rond.

Kruisnaad

De kruisnaad is zoals de naam eigenlijk al zegt de naad die het kruis van je broek of legging vormt.

Markeringen

Markeringen zijn er in verschillende vormen en symbolen en worden gebruikt om bijzonderheden in het patroon aan te geven. Als er markeringen op je patroon staan is het aan te raden deze over te nemen op je stof. Dit zijn je hulpmiddelen die je bij het in elkaar stikken nodig kan hebben.

Middenachter

Middenachter is de lijn die in de lengte over het midden van de rug loopt.

Middenvoor

Middenvoor is de lijn die in de lengte over het midden van de borst loopt.

Muslin

Een muslin is een proefmodel van een relatief goedkoop stofje om de pasvorm te controleren. Het is raadzaam om je proefmodel te maken in dezelfde stofsoort als die van je definitieve versie.

Naadwaarde

De naadwaarde, of naadtoeslag is een rand stof wat je toevoegt langs je patroon, om de naad te kunnen maken zonder dat je werkstuk daardoor kleiner wordt. De naadwaarde verschilt per patroon en sommige ontwerpers nemen de naadwaarde mee in hun patroon. Raadpleeg daarom altijd de beschrijving van je patroon.

Paspelband

Paspelband, ook wel bekend als piping band, is een strookje stof waarin een koordje is meegestikt. Paspelband wordt meestal ter decoratie tussen de naden ingestikt en kan zowel bij kleding als bij accesoires gebruikt worden. Het geeft je project soms net even dat beetje extra. Paspelband is er elastisch en niet-elastisch. Je kunt het kant en klaar kopen, maar je kunt het ook zelf maken.

Patchwork

Bij patchwork worden verschillende kleine stukjes stof aan elkaar genaaid tot er 1 grote lap ontstaat.

Plissé

Plissé wil zeggen dat de stof machinaal geplooid of gevouwen is. Plissé is onwijs leuk voor een eenvoudig rokje en doordat plisséstof machinaal geplooid is, hoef je dus niet zelf allemaal plooien te maken om het plissé-effect te krijgen.

Plooien

Een plooi is een aan 1 zijde vastgenaaide vouw in de stof. Plooien kunnen als versiering aan een kledingstuk worden toegevoegd, maar kunnen ook gebruikt worden om het kledingstuk vorm te geven.

Quilten

Een quilt is een genaaide deken die uit drie verschillende lagen bestaat. De toplaag, een tussenvulling en een achterkant. Vaak wordt de bovenste laag door middel van patchwork gemaakt.

Recht van draad

De recht van draad is de richting waarin de draad geweven is en loopt doorgaans parallel aan de zelfkant van de stof. Veel patronen hebben een markering recht van draad. Neem deze markering over en zorg dat bij het knippen deze markeringslijn recht van de draad loopt. Dit voorkomt onder andere scheve of wegdraaiende broekspijpen of mouwen.

Rijgen

Tegenwoordig wordt er niet zo vaak meer gebruik gemaakt van het rijgen. Desondanks kan het rijgen van je stoffen wel heel handig zijn. Het rijgen is eigenlijk het aanbrengen van een tijdelijk rijggaren om je stoffen op de juiste plaats te houden terwijl je de naden stikt. Na het stikken van de naden verwijder je het rijggaren weer.

Rimpelen

Rimpelen is een techniek die wordt gebruikt voor het maken van meerdere plooien in de stof. Rimpelen kan je met de hand doen, maar ook met de machine.

Rolzoom

Een rolzoom is een hele smalle zoom die uitermate geschikt is voor dunne en lichte stoffen. Je kunt deze met een speciaal voetje maken of zonder.

Stofbreedte

De stofbreedte varieert per stof en geeft de breedte van de stof aan. De gemiddelde stofbreedte is circa 145 cm, maar er zijn ook smallere of bredere stoffen. Boordstoffen zijn bijvoorbeeld meestal maar circa 60 cm breed. Let hier dus goed op bij het kopen van stof. Kijk voor je uitrekent hoeveel stof je nodig hebt, eerst bij de productinformatie naar de breedte van de stof.

Stofvouw

Wanneer je een stof dubbel legt ontstaat er een vouw, dit wordt de stofvouw genoemd. Moet je dus bij een patroon het patroondeel aan stofvouw knippen, dan maak je een stofvouw en leg je vervolgens je patroon tegen de stofvouw aan.

Tongnaald

Een tongnaald is een verstelnaald die veelal gebruikt worden voor het repareren van een ladder in een nylon kous, het wegwerken van losse draadjes in je stiksel of bij een vallende steek in je breiwerk. Zelf gebruik ik hem altijd voor het wegwerken van de draadjes van mijn lockstiksel.

Tornmesje

Een tornmesje is een handig hulpmiddel voor het uithalen van stiksel. Door het scherpe randje tussen de twee gevorkte uiteinden kun je makkelijk de draadjes van je stiksels doorsnijden.

Vleug

Stoffen zoals fluweel, velours en ribfluweel hebben een ‘vleug’. Je kunt de vleug met de hand voelen als je er in de lengterichting met je hand over strijkt. Voelt de stof nu glad dan beweeg je met de vleug mee. De haartjes liggen dan plat op de stof. Voelt de stof niet zo glad dan strijk je tegen de vleug in. Stoffen met een vleug kun je het beste in 1 richting verwerken om kleurverschil te voorkomen.

Vlieseline

Vlieseline is eigenlijk een merknaam. Het wordt ook wel verkocht als vliesstof bijvoorbeeld. Maar het wordt zo vaak gebruikt dat het eigenlijk een verzamelnaam is geworden voor allerlei soorten versteviging.

Zelfkant

De zelfkant van de stof is de natuurlijke rand van de geweven stof.

Zoom

Een zoom is een omgeslagen en vastgenaaide rand van de stof onderaan een kledingstuk, bijvoorbeeld onderaan de rok of onderaan de mouw. Zo werk je de rand van de stof af.